c14
 
Bunkernummer
C14
Oud Bunkernummer
DMO2
Lokatie
Moortsele
Toegankelijkheid
Schietgat gedeeltelijk vrij
Aantal kamers

2 achteraan verbonden kamers en een sas

Aantal schietgaten
1
Type geschut
1 x MI
Bijhorende vuurrichting
Zuid - Zuidwesten

Korte beschrijving van de bunker

  • Uitwendige kenmerken.
  • Origineel concept
  • In het voorontwerp van deze bunker wordt nog gesproken van een bunker met het uitzicht van een assestenen gebouwtje, met een vrij plat dak in blauwe Boomse pannen.
  • Dit type van camouflage is echter in praktijk nooit uitgewerkt.
  • Effectief gebouwd concept
  • Al het houtwerk was standaard uitgevoerd in Noors rood dennenhout tenzij anders vermeld.
  • De bunker was onderaan uitgewerkt met een kleine bijkomende fundering in beton voor het plaatsen van een draagstructuur in hout. Hiervan is heden niets meer zichtbaar wat er op wijst dat de planken toch allicht tot aan het maaiveld moeten gezeten hebben.
  • Hierop werden dan de wanden die op hun beurt bestonden uit populierenplanken gedrenkt in carboline, bevestigd.
  • De bunker had in dit geval 2 puntgevels maar afwijkend met wat men klassiek vindt, zaten de puntgevels aan de voor- en achterkant van de bunker (onder andere de kant met het schietgat dus). Bij de meeste bunkertjes voorzien van puntgevels, zitten deze op de zijkanten.
  • Het schietgat zat verborgen achter luiken, scharnierend in twee richtingen, elk 0.50m x 1.00m (BxH). Deze waren ontworpen als een houten plaat met daarop populierenplanken bevestigd. Op die manier was in gesloten toestand, dit schietgat totaal niet zichtbaar en had het geheel het uitzicht van een volle wand.
  • De bunker behield zoals in het voorontwerp gemeld, een zadeldak in blauwe Boomse pannen. Dit was echter zeker niet zo plat uitgewerkt als daar eerst in gemeld.
  • Het toegangssas werd voorzien van een naar achter schuin aflopend dakje, geen bijkomende puntgevel dus.
  • Het toegangssas werd uitgewerkt met enkele traptredes in beton om het niveauverschil van buiten naar binnen te overbruggen.
  • De bunker werd ook van een sterfputje voorzien.
  • Bij de bunkers met mitrailleurkamer(s) was de toegang tot de eigenlijke gevechtsruimtes van de bunker gescheiden van het sas door middel van een gepantserde metalen deur van 0.86m x 1.82m (BxH) met zonneblinden, omlijsting en luikje voor toegangsverdediging.
  • De eigenlijke toegang bij de inkom was op zijn beurt afgesloten met een metalen traliehekje van 0.90m x 1.82m
  • In elke mitrailleurkamer was daarnaast standaard aanwezig:
    • 3.50 meter etagères met leggers in inlandse eik.
    • Een inlands eiken plankje van 0.32m x 0.12m x 0.06m met ijzeren steunen voor de plaatsing van een kogelpers. (nutteloos in de commandokamer maar meestal toch aanwezig)
    • 6 zware geschilderde hanghaken voor ophangen materialen in de kamers
    • Een verzinkte hanghaak aan het plafond voor ophangen olielamp (in vredestijd)
    • 1 chardome en chardomeplaat voor de standaard opstelling van een Maximmitrailleur. Deze laatste was niet aanwezig in de commandokamer (de kamer zonder schietgat)
  • Ventillatiegaten waren aan de buitenzijde aan de bovenzijde afgesloten met een koperen geperforeerde afdekplaat om ingooien van projectielen naar binnen onmogelijk te maken.
  • Het globale uitzicht was dit van een houten stal op de rand van een weiland, tegen de spoorlijn.
  • Structuur.
  • De bunker bevat één mitrailleurkamer en een commandokamer waar het sas in toekomt.
  • Opmerkingen.
  • Het is een commandobunker tussen Muntekouter en Betsberg. Het is tevens de laatste bunker van de steunlinie aansluitend bij Betsberg. Hij ligt in lijn tussen C13 (1110 m) en Be18 (940 m). De onderlinge afstanden tot andere bunkers op de steunlijn is hier dus wel vrij groot. De steunlijn sluit hierna natuurlijk ook aan bij de achterlijn van het weerstandsnest Betsberg.
  • Hij is solitair opgesteld met zicht op de spoorlijn Gent-Geraardsbergen.
  • Naast de standaard voorziene opstelling van een Maximmitrailleur was het bunkertje ook voorzien voor de opstelling van een Browning FM30 mitrailleur.
  • Het enige schietgat kijkt uit op de treinen komende vanaf het station van Moortsele.
  • Het terrein horende bij de bunker zelf was vrij beperkt, namelijk amper 1 are 31 Centi-are. Het betrof een gedeelte van het perceel Moortsele, unieke sectie, perceel 159b, gekadastreerd als weiland.
  • Voor de erfdienstbaarheden zit men toen nog met een beperkt afwijkende situatie van de weg ten opzichte van heden ten dage. Vroeger liep de Watermolenstraat praktisch rechtdoor waar ze heden iets afbuigt naar het zuiden om dan de spoorlijn te kruisen. Daarna loopt de Watermolenstraat heden even parallel met de spoorlijn om dan rechtsaf te gaan op het originele traject van vroeger. Volgens de documenten uit die tijd was toen die afbuiging reeds bestaande maar bestond ook het origineel rechtdoor lopende gedeelte nog. Men moet daar toen praktisch een driehoekje gehad hebben van wegels waarvan het verbindingsstukje parallel liep met de spoorlijn.
  • De permanente erfdienstbaarheid vertrok van ongeveer halverwege tussen spoorlijn en de Molenbeek aan de rand van de Watermolenstraat. Dit zal allicht ongeveer overeenkomen met de huidige toegang tot dit weiland.
  • De erfdienstbaarheid verliep vanaf daar schuin over een strook van 80,5 meter om zo uit te komen op de rand van het weiland met de spoorlijn. De zone waarover deze erfdienstbaarheid schuin verliep, kwam perfect overeen met de diepte van het perceel 165f. Daarna verliep de erfdienstbaarheid nog 97.5 meter verder op perceel 162d en dan nog eens 27.5 meter over perceel 159b waaruit ook het perceel van de bunker werd onteigend.
  • Deze permanente erfdienstbaarheid verliep in een strook van 2 meter breed.
  • Voor de tijdelijke erfdienstbaarheid werd deze zelfde strook uitgebreid tot een zone van 5 meter breed. Deze tijdelijke erfdienstbaarheid was nodig om de bouw van de bunker mogelijk te maken. Deze tijdelijke erfdienstbaarheid was maar 8 maanden geldig.
  • Alle hierboven beschreven terreinen waren eigendom van Graaf Guillaume de Lichtervelde, woonachtig te Brussel. Dit waren zeker niet de meest waardevolle terreinen want gezien zijn ligging aan de Molenbeek dient het terrein ook heden ten dagen nog als overstromingsgebied. Ook is het terrein hier vrij sterk oplopend, ook in het weiland zelf.
  • De akte voor zowel de onteigening als de erfdienstbaarheden werd dan ook afgehandeld voor amper 440 Bef op 18 januari 1935.
  • Erfdienstbaarheden, zowel de permanente om de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, als de tijdelijke die standaard werden in de aktes voorzien met een termijn van 8 maanden voor de bouw van de bunker mogelijk te maken, gingen net zoals het uitkeren van toegekende intresten pas in voege, van zodra de eigenlijke werken voor de bouw van de bunker werden aangevat, ongeacht de tijdsperiode die op die manier verstreek tussen aankoop van de gronden en de eigenlijke bouw van de bunker zelf.
  • Er is binnen de akte geen sprake van jaarlijkse intresten op de onteigende terreinen en erfdienstbaarheden.
  • Het onteigende perceel voor de bunker dat werd afgesneden van het grotere percelen, kreeg na de onteigening origineel geen aparte index toegemeten.
  • Op actuele kadasterplannen wordt het perceel van de bunker wel opnieuw gescheiden getoond als perceel 631b. Het originele veld is 631a gebleven. Wel is het perceel 631b letterlijk beperkt tot de grenzen van de bunker wat dus zeker niet overeenstemt met de originele onteigening uit 1935.
  • Heden heeft men toch op actuele kadasterplannen het originele perceel 159b opnieuw opgedeeld als 159e (het perceeltje met de bunker er op) en 159d (de rest van het originele perceel 159b).
  • Op 19 januari 1935 volgde onder andere voor deze bunker een kleine correctie op het bestaande plan (dat hiervoor niet werd hertekend) maar waardoor de buitenmuur deel uitmakend van het toegangssas, parallel met de zijmuren van de bunker, werd beperkt tot 1,00m in plaats van de eerder voorziene 1.15m.
  • De bunker was tot eind 2008 volledig afgesloten, zowel het deurgat als het schietgat. Sindsdien is het schietgat beperkt geopend.
  • Omdat het terrein voor de bunker echter nogal ruig is, is het schietgat heden amper nog te bereiken. De bunker zit heden vrij goed verborgen achter de heuvel op het weiland waar hij staat. Ook vanop de spoorweg is hij niet meer zichtbaar door de begroeiing tussen weiland en spoorlijn. Uiteindelijk is hij nog het best zichtbaar via het knuppelpad dat deel uitmaakt van de originele Bunkerroute te Oosterzele.
  • De bunker draagt voor zover zichtbaar, geen sporen van directe strijd.
  • Op basis van de gemiddelde prijzen die terug te vinden zijn op de originele bestekken van bouwproject D en de gemiddelde hoeveelheden zoals teruggevonden bij gelijkaardige bunkers bij de bouwprojecten A en B, zijn er schattingen gemaakt van de prijs van de verschillende bunkers.
  • Merkwaardig is dat er voor deze firma 2 offertes bestaan, namelijk een eerste op datum van 11 januari 1935. Dit zou zeker aan de hand van de hierin toegepaste eenheidsprijzen het duurste project op de linie geworden zijn. Op basis van dat bestek zou deze bunker ongeveer 64.962,81 Bef gekost hebben. Allicht is het daarom dat er van dit project een tweede herzien en goedgekeurd bestek bestaat daterend van 3 februari 1935. Volgens dit herziene bestek zou deze bunker nog ongeveer 54.010,67 Bef gekost hebben.
  • Als men hier ook nog een aantal zaken bijtelt die reeds rechtstreeks door de militaire overheid werden bekostigd zoals chardomes, koepels,... zou de totaalprijs van deze bunker ongeveer 54.260,67 Bef moeten geweest zijn.
  • Ter info: 1 BEF in 1934 komt ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.

Routebeschrijving om deze bunker te vinden

  • De bunker ligt langs de Watermolenstraat tussen de beek en de spoorweg, op de achterkant van het tussengelegen weiland, juist achter het heuveltje verstopt.
Bijhorende foto's

Voorstudie horende bij dit bunkertje gelegen tussen Molenbeek en spoorlijn.

Ook op deze schets kunt u de rare situatie aan de Watermolenstraat met de spoorlijn zien. De huidige weg loopt zuidelijk om dan parallel na het kruisen van de spoorlijn mee te lopen tot op het originele tracée van de Watermolenstraat die dan opnieuw naar rechts wegloopt.

Het valt meteen op dat de bunker wel vrij diep op het weiland is gelegen en niet echt vlot via de openbare weg te bereiken was.

Detail bij dezelfde voorstudie. Wat natuurlijk op deze schetsen niet zichtbaar is, is hoe sterk het terrein vanaf de bunker (in het algemeen vanaf de spoorlijn) afloopt naar de beek toe. We spreken hier over verschillende meters hoogteverschil.
Onteigeningsschets horende bij de akte van de verkoop van deze bunker. Rechts ongeveer dezelfde schets als uit de voorstudie. Links een detail van de erfdienstbaarheden.
Terreinschets bij de bouwplannen terug te vinden. Er is origineel nog wel wat terrein voor de bunker, horende bij het onteigende perceel. Heden is dat gedeelte van het terrein nog amper bereikbaar door een sterke en ruige begroeiing.
Grondplan van dit commandobunkertje, heden vergaan tot een kale blok beton, maar uiterst interessant aan de binnenkant die nog zeer intakt is. Zeker een vergeten bunkertje om zorg voor te dragen zou ik zeggen.
c14

Doorsnede AB bij bovenstaand grondplan. Het valt meteen op dat de puntgevels naar de voor en achterkant van de bunker zijn gemaakt, wat men zelden voorkomt op de linie.

Ook kreeg de achterbouw geen 3e puntgevel maar werd deze met een aflopend dakje aangebouwd tegen de voorbouw.

Doorsnede CD bij bovenstaand grondplan toont ons een dwarsdoorsnede door de beide kamers. Links is de commandokamer, rechts de mitrailleurkamer.

Nooit eigenlijk gesnapt waarom zelfs in een commandokamer (zonder schietgat) achteraan een tablet voor een kogelpers werd voorzien.

Op deze schets valt ook meteen duidelijk het niveauverschil in het terrein op aan het maaiveld links en rechts van de bunker.

Actueel kadastraal plan anno 2013. Het perceeltje waar de bunker opstaat is wel degelijk nog apart aangegeven (naast perceel 160a).

Zeer merkwaardig is dat men zelfs de militaire erfdienstbaarheid blijkbaar nog blijft aanhouden en hanteren ondanks dat deze reeds verviel in 1946. Indien natuurlijk het terrein van de bunker in andere handen is dan de rondom gelegen terreinen, dient men natuurlijk enige bereikbaarheid te behouden.

Detail van hetzelfde kadastraal plan. Het originele perceel 159b werd opgedeeld in een perceeltje 159e (perceel met bunker dat ongeveer zal overeenkomen met de originele onteigening) en perceel 159d dat overeen zal komen met het originele perceel 159b waarbij het bunkerperceel in mindering werd gebracht.
Zicht op dit godverlaten bunkertje achteraan een heuvel op een weiland. Deze foto dateert van ongeveer 1995. (Foto: Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
De wijze waarop het bunkertje heden nog altijd zichtbaar is vanaf het knuppelpad, deel uitmakend van de originele Bunkerroute, langs de Molenbeek (anno 2010). (Foto: G. Verstuyft).
Praktisch een identiek zicht als in 1995, ditmaal daterend uit 2006. Het is ook één van die bunkertjes die al tientallen jaren onveranderd in het landschap staat.
c14
Het nog volledig dichtgemetste toegangssas.
c14
Linker zijkant en voorkant met achteraan het nog dichtgemetste schietgat.
c13
Detail van het nog volledig dichtgemetste schietgat.
c14
Eind 2008 leidde het bericht dat het schietgat van het bunkertje geopend was (niet door mij), mij opnieuw tot dit bunkertje waaruit een prachtige fotoreeks volgde over een zo goed als intakte bunker voor wat de opstelling van een Browning FM 30 mitrailleur betreft.
bunker C14 Moortsele in de ochtenddauw

Achterhoek van het kale betonnen toegangssas. Onderaan tegen het huidige maaiveld, ziet me nog de kabeldoorgangen.

Heel merkwaardig is dat deze bunker rondom overal op zo een halve meter van het buitenplafond ronde diepe gaten heeft. Deze zijn in het algemeen volledig leeg. Wat hier de bedoeling van was of is, is ook mij niet duidelijk. Meest waarschijnlijk diende het voor de bevestiging van het houten camouflageskelet.

Hetzelfde type van gaten op de kale linker zijkant.
Zicht op het beperkt geopende schietgat.
Zicht op het schootsveld van dit bunkertje. Achter het struikgewas loopt de spoorlijn Gent-Geraardsbergen, komende uit de richting Geraardsbergen.
Achter het gedeeltelijk geopende schietgat bleek een intakte mitrailleurkamer te zitten. Enkel de originele plaat voor de opstelling van de Maximmitrailleur bleek niet meer aanwezig.
Algemeen zicht op de mitrailleurkamer.
perfecte mitrailleurkamer voor opstelling Browning FM30
Nog volledig intakt chardome voor de opstelling van een Browning FM30 mitrailleur.
intakte chardome voor Browning FM30
Detail van eikenhoutenblok in stalen bakje achteraan het chardome. De uitsparing in het houten blok komt perfect overeen met de voetplaatjes van een Browning FM30 mitrailleur.
Ook deze klem bevestigd op het eikenhouten blok in het schietgat bleek nog intakt aanwezig.
Dezelfde klem in geopende toestand.
Heel merkwaardig is ook dit. De foto hiernaast toont het richtteken op de rechter zijmuur van de enige mitrailleurkamer. Deze foto dateert uit 2008.
Sinds de bunker beperkt is geopend, blijkt het R-teken geleidelijk aan te verdwijnen van de muur. De laatste foto dateert uit 2014.

Dit is de achterwand van de mitrailleurkamer. Heel merkwaardig en toch raar dat men daar zelf nooit meer aandacht heeft aan besteed bij de bouw zijn deze kabeldoorgangen. Dit zijn rechte buizen dwars door de wand. mocht men vanaf de achterkant van de bunker, door deze kabeldoorgang vuren, schoot men volgens mij de mitrailleurschutter letterlijk in de rug of door het hoofd...

Er zijn nog bunkers op de linie waar deze kabeldoorgangen uiterst vervaarlijk en weinig doordacht zijn geplaatst.

Zicht op de tussengang naar de commandokamer (kamer zonder schietgat). Achteraan rechts het toegangssas.
De commandokamer vanuit het toegangssas.
Binnenzicht in de commandokamer. Wel uitzonderlijk is dat men hier de originele plafondhaak was vergeten bevestigen. Deze is allicht door de aannemer achteraf aangebracht door het dakprofiel te doorboren en het oogje door het profiel aan het plafond te bevestigen.
Achteraan deze kamer bleek zelfs de grotendeels intakte gepantserde deur nog aanwezig. Enkel was de metalen plaat die de lamellendeur helemaal kon dichtmaken verwijderd. De scharnieren hiervan zaten waar nu de roeste vierkante plekken te zien zijn op de rechter zijkant. Ook bleek het metalen plaatje van het schuifje ter bescherming van het toegangssas niet meer in de deur aanwezig. Ook waren de metalen grendel om de deur dicht te maken vanaf de binnenkant van de bunker verdwenen.
Detail van de gepantserde deur. linksboven de grendel bovenaan de deur. De grendel zelf is wel degelijk verdwenen. Onderaan de deur zat een gelijkaardige, eveneens verdwenen.het nog volledig dichtgemetste schietgat. Onderaan rechts ziet u het schuifje waar een metalen plaatje inzat dat opzij kon geschoven worden om eventueel met een pistool of geweer het sas onder vuur te nemen. Daarboven ziet u de roeste plek waar ooit de scharnier zat van de metalen plaat die het lamellengedeelte kon afsluiten.
Achteraf vond ik op de grond van de commandokamer nog dit metalen plaatje. Het bleek het ontbrekende schuifje te zijn uit de gepantserde deur. Enkel bleek het door het roest van zowel het plaatje als de deur, niet meer in het voorzien gleufje te passen.
Bij de bovenste 2 scharnieren, werd de zware bout waarop deze deur hing, verwijderd.
Enkel de onderste scharnier is nog intakt aanwezig. Allicht heeft men bij het ontmantelen van de bunker, op een ongelukkige manier de deur willen losmaken. Vermoedelijk is ze hierdoor scheef van de scharnieren gekomen en onherroepelijk vast komen te steken. Daardoor is ze allicht volledig klem te komen zitten en is ze nooit verwijderd geweest uit de bunker.
Zicht op de nog volledig afgesloten toegangsdeur anno 2008.
Mooie sfeerfoto van dit bunkertje. (Collectie Louis Frederic)